Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de bedrijfsorganisatie

 

Artikel 164
1
Deze wet treedt met uitzondering van de artikelen 142 tot en met 144, 145, eerste lid, en 146 tot en met 159 in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.
2
De tijdstippen van inwerkingtreding van de in het voorgaande lid genoemde artikelen, dan wel van onderdelen daarvan, worden telkens door Ons bepaald, met dien verstande, dat de artikelen 145, eerste lid, 146 en 147 niet later in werking treden dan onderscheidenlijk vier, vijf en zeven jaren na de inwerkingtreding van deze wet en dat de tijdstippen voor onderdelen der vervallende regelingen en voor delen van het bedrijfsleven verschillend kunnen zijn.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriƫle Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven ten Paleize Soestdijk, 27 Januari 1950.
JULIANA
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, W. DREES.
De Minister van Economische Zaken, VAN DEN BRINK.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, W. C. L. VAN DER GRINTEN.
De Minister van Sociale Zaken, A. M. JOEKES.
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening a.i., VAN DEN BRINK.
De Minister van Justitie, WIJERS.
De Minister van Binnenlandse Zaken TEULINGS.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, TH. RUTTEN.
De Minister van Financiƫn, P. LIEFTINCK.
De Minister van Oorlog, SCHOKKING.
De Minister van Marine, SCHOKKING.
De Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, J. IN 'T VELD.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, D. G. W. SPITZEN
Uitgegeven de veertiende Februari 1950.
De Minister van Justitie,
wijers


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •